Elke bevalling is anders. Hoe een bevalling verloopt is vooraf niet te voorspellen en wensen voor de wijze waarop zijn heel persoonlijk. Wij informeren je graag over de verschillende mogelijkheden. Als het zover is weet je vaak zelf wat je nodig hebt. Bij je bevalling begeleiden we je op een manier die past bij jou.
Bevalhoudingen
Tijdens de eerste weeën helpt het je meestal om rust te nemen of afleiding te zoeken. Als de weeën krachtiger zijn, kan het helpen om verschillende houdingen aan te nemen. Zoek naar een houding waarin jij ze het beste aan kunt. Als je je rust vindt tijdens de weeën, kun je je beter concentreren op je ademhaling. Je bent dan beter in staat om met de pijn van de weeën om te gaan. Uit onderzoek blijkt dat de ontsluiting sneller verloopt als je verschillende houdingen aanneemt tijdens deze fase. Je partner kan je hierbij steunen en motiveren.
Ook bij volledige ontsluiting, als je mag persen, ben je vrij om een houding aan te nemen, die goed voelt voor jou. Zolang alles goed verloopt, maakt het ons niet uit in welke houding je bevalt. Wij hebben altijd een baarkruk bij ons en in het ziekenhuis is er ook altijd een aanwezig. Maar ook kun je gehurkt, op handen en knieën, of liggend op je zij, bevallen. Soms kan persen in een verticale houding natuurlijker aanvoelen. Vaak weet je op het moment van bevallen wat voor jou de beste houding is.
Op de website De Verloskundige lees je nog veel meer over bevalhoudingen.
Badbevalling
Warm water werkt ontspannend en ontspanning komt de bevalling ten goede. Daarom is het nemen van een douche of bad tijdens de ontsluiting meestal prettig en adviseren wij dit vaak. Bevallen in bad is ook mogelijk. Hiervoor heb je een speciaal bevalbad nodig, dat je kunt huren of kopen. Indien je gebroken vliezen hebt, overleg dan eerst met ons voor je in bad stapt.
Kijk voor meer informatie over een badbevalling en voor badverhuur op de website van Bevallingsbaden.nl of de Oerbron. Ook in Bevalcentrum Zuid en veel ziekenhuizen is, tegen betaling, een badbevalling mogelijk.
Omgaan met pijn
Je lichaam reageert op bevallingspijn door zelf pijnstillers (endorfines) aan te maken, zodat je minder pijn voelt. Angst of spanning zitten aanmaak van endorfines in de weg. Daarom is het belangrijk zo ontspannen mogelijk te zijn tijdens je bevalling. Zoals eerder genoemd kunnen informatie vooraf, afleiding, verschillende houdingen en een warme douche of bad helpen om beter te ontspannen. Ook ademhalings- en ontspanningsoefeningen en massage kunnen helpen bij het vinden van ontspanning tijdens de weeën. Hoe je de pijn beleeft is van tevoren niet te voorspellen.
Op de website De Verloskundige lees je meer over pijn bij de bevalling en hoe je hiermee om kunt gaan.
Pijnbehandeling met medicijnen
Als de pijn ondraaglijk is, kunnen wij pijnmedicatie voor je organiseren in het ziekenhuis. Afhankelijk van je situatie, zullen wij of de arts in het ziekenhuis met je bespreken welke pijnstilling voor jou het meest geschikt lijkt. Dit betekent veelal dat de gynaecoloog de zorg van ons overneemt, meestal voor de rest van de duur van de bevalling. Een uitzondering hierop is een behandeling met lachgas. Medicijnen kunnen bijwerkingen hebben en daarom is bij de meeste methodes continue controle van de conditie van moeder en kind nodig. De apparatuur die hiervoor nodig is, is alleen beschikbaar in het ziekenhuis. We bespreken de verschillende mogelijkheden, met voor- en nadelen graag uitgebreider op het spreekuur en op onze voorlichtingsavond.
Op de websites van de beroepsverenigingen van verloskundigen en van gynaecologen lees je meer informatie over pijnstilling met medicatie:
De volgende vormen van pijnstilling zijn beschikbaar:
Ruggenprik (epiduraal)
De anesthesioloog spuit via een dun slangetje een verdovingsvloeistof in de ruimte tussen de wervels, de epidurale ruimte. Hierdoor worden de zenuwen, die de pijnprikkels naar de baarmoeder en bekkenbodem vervoeren, uitgeschakeld. Dit maakt dat je de pijn meestal niet meer voelt. Dit middel geeft een continue werking tijdens de hele bevalling.
Pompje met Remifentanil
Remifentanil is een morfine-achtige pijnstiller, dat via een infuus wordt toegediend. Hierbij krijg je een continue dosis via de infuuspomp en kun je jezelf, door middel van een knop, een extra dosis toedienen als je erge pijn ervaart. Het haalt de ‘scherpe kantjes’ van de pijn af en geeft in de meeste gevallen het gevoel dat je het weer goed aankunt. Dit middel is vooral geschikt vanaf ongeveer 5 cm ontsluiting, en wordt daarna gedurende de verdere ontsluitingsduur toegediend. Tijdens het persen wordt de toediening van het middel stopgezet, zodat je er weer helemaal ‘bij’ bent tijdens het persen en de geboorte van je baby.
Injectie Pethidine
Dit is een morfine-achtige pijnstiller, die met een injectie in je bovenbeen of bil wordt gegeven. Het effect is dat de ergste pijn minder wordt, je goed kunt ontspannen tussen de weeën door, en je soms wat kunt slapen. Pethidine is vooral geschikt om een ‘time-out’ in te lassen bij pijnlijke voorweeën, wanneer een vrouw erg vermoeid is. Als Pethidine, na ongeveer drie uur, is uitgewerkt, nemen wij de begeleiding weer over, tenzij er op dat moment andere medicatie nodig is.
Lachgas
Lachgas is een mengsel van distikstofoxide en zuurstof dat ingeademd wordt. Lachgas helpt je te ontspannen en zorgt dat je de pijn beter kan verdragen.
Dit middel is vooral geschikt tijdens de laatste uren van de ontsluitingsfase, en wordt daarna tijdens de verdere ontsluiting toegediend. Je geeft jezelf alleen tijdens een wee lachgas via een mond/neusmasker. Je doet een kapje over je neus en mond, hangt een kinmasker om en ademt het gas in. Na de wee haal je het kapje weer weg en stopt de toediening vanzelf. De verloskundige houdt in de gaten of je het lachgas goed gebruikt. Tijdens de allerlaatste fase, het persen, stopt de behandeling met lachgas. Het kinmasker blijft nog 20 minuten op, zodat het gas in de uitgeademde lucht goed wordt afgezogen.